Werkwoorden vervoegen
parasailen
Tegenwoordige tijd parasailen
Ik parasail
Jij parasailt
parasail jij?
U parasailt
Hij/Zij/Het parasailt
Wij parasailen
Jullie parasailen
Zij parasailen
Verleden tijd van parasailen
Ik parasailde
Jij/U parasailde
Hij/Zij/Het parasailde
Wij parasailden
Jullie parasailden
Zij parasailden
Voltooid deelwoord van parasailen
geparasaild
Tegenwoordig deelwoord van parasailen
parasailend