Werkwoorden vervoegen
ontvrouwelijken
Tegenwoordige tijd ontvrouwelijken
Ik ontvrouwelijk
Jij ontvrouwelijkt
ontvrouwelijk jij?
U ontvrouwelijkt
Hij/Zij/Het ontvrouwelijkt
Wij ontvrouwelijken
Jullie ontvrouwelijken
Zij ontvrouwelijken
Verleden tijd van ontvrouwelijken
Ik ontvrouwelijkte
Jij/U ontvrouwelijkte
Hij/Zij/Het ontvrouwelijkte
Wij ontvrouwelijkten
Jullie ontvrouwelijkten
Zij ontvrouwelijkten
Voltooid deelwoord van ontvrouwelijken
ontvrouwelijkt
Tegenwoordig deelwoord van ontvrouwelijken
ontvrouwelijkend