Werkwoorden vervoegen
ontkleuren
Tegenwoordige tijd ontkleuren
Ik ontkleur
Jij ontkleurt
ontkleur
U ontkleurt
Hij/Zij/Het ontkleurt
Wij ontkleuren
Jullie ontkleuren
Zij ontkleuren
Verleden tijd van ontkleuren
Ik ontkleurde
Jij/U ontkleurde
Hij/Zij/Het ontkleurde
Wij ontkleurden
Jullie ontkleurden
Zij ontkleurden
Voltooid deelwoord van ontkleuren
ontkleurd
Tegenwoordig deelwoord van ontkleuren
ontkleurend