Werkwoorden vervoegen
ondertitelen
Tegenwoordige tijd ondertitelen
Ik ondertitel
Jij ondertitelt
ondertitel jij?
U ondertitelt
Hij/Zij/Het ondertitelt
Wij ondertitelen
Jullie ondertitelen
Zij ondertitelen
Verleden tijd van ondertitelen
Ik ondertitelde
Jij/U ondertitelde
Hij/Zij/Het ondertitelde
Wij ondertitelden
Jullie ondertitelden
Zij ondertitelden
Voltooid deelwoord van ondertitelen
ondertiteld
Tegenwoordig deelwoord van ondertitelen
ondertitelend