Werkwoorden vervoegen
onderschoren
Tegenwoordige tijd onderschoren
Ik onderschoor
Jij onderschoort
onderschoor jij?
U onderschoort
Hij/Zij/Het onderschoort
Wij onderschoren
Jullie onderschoren
Zij onderschoren
Verleden tijd van onderschoren
Ik onderschoorde
Jij/U onderschoorde
Hij/Zij/Het onderschoorde
Wij onderschoorden
Jullie onderschoorden
Zij onderschoorden
Voltooid deelwoord van onderschoren
onderschoord
Tegenwoordig deelwoord van onderschoren
onderschorend