Werkwoorden vervoegen
onderduiken
Tegenwoordige tijd onderduiken
Ik duik onder
Jij duikt onder
duik jij onder?
U duikt onder
Hij/Zij/Het duikt onder
Wij duiken onder
Jullie duiken onder
Zij duiken onder
Verleden tijd van onderduiken
Ik dook onder
Jij/U dook onder
Hij/Zij/Het dook onder
Wij doken onder
Jullie doken onder
Zij doken onder
Voltooid deelwoord van onderduiken
ondergedoken
Tegenwoordig deelwoord van onderduiken
onderduikend