Werkwoorden vervoegen
netbankieren
Tegenwoordige tijd netbankieren
Ik netbankier
Jij netbankiert
netbankier jij?
U netbankiert
Hij/Zij/Het netbankiert
Wij netbankieren
Jullie netbankieren
Zij netbankieren
Verleden tijd van netbankieren
Ik netbankierde
Jij/U netbankierde
Hij/Zij/Het netbankierde
Wij netbankierden
Jullie netbankierden
Zij netbankierden
Voltooid deelwoord van netbankieren
genetbankierd
Tegenwoordig deelwoord van netbankieren
netbankierend