Werkwoorden vervoegen
mislezen
Tegenwoordige tijd mislezen
Ik mislees
Jij misleest
mislees jij?
U misleest
Hij/Zij/Het misleest
Wij mislezen
Jullie mislezen
Zij mislezen
Verleden tijd van mislezen
Ik mislas
Jij/U mislas
Hij/Zij/Het mislas
Wij mislazen
Jullie mislazen
Zij mislazen
Voltooid deelwoord van mislezen
mislezen
Tegenwoordig deelwoord van mislezen
mislezend