Werkwoorden vervoegen
mineraliseren
Tegenwoordige tijd mineraliseren
Ik mineraliseer
Jij mineraliseert
mineraliseer jij?
U mineraliseert
Hij/Zij/Het mineraliseert
Wij mineraliseren
Jullie mineraliseren
Zij mineraliseren
Verleden tijd van mineraliseren
Ik mineraliseerde
Jij/U mineraliseerde
Hij/Zij/Het mineraliseerde
Wij mineraliseerden
Jullie mineraliseerden
Zij mineraliseerden
Voltooid deelwoord van mineraliseren
gemineraliseerd
Tegenwoordig deelwoord van mineraliseren
mineraliserend