Werkwoorden vervoegen
miegelen
Tegenwoordige tijd miegelen
Ik miegel
Jij miegelt
miegel jij?
U miegelt
Hij/Zij/Het miegelt
Wij miegelen
Jullie miegelen
Zij miegelen
Verleden tijd van miegelen
Ik miegelde
Jij/U miegelde
Hij/Zij/Het miegelde
Wij miegelden
Jullie miegelden
Zij miegelden
Voltooid deelwoord van miegelen
gemiegeld
Tegenwoordig deelwoord van miegelen
miegelend