Werkwoorden vervoegen
meezingen
Tegenwoordige tijd meezingen
Ik zing mee/meezing
Jij zingt mee/meezingt
zing mee
U zingt mee/meezingt
Hij/Zij/Het zingt mee/meezingt
Wij zingen mee/meezingen
Jullie zingen mee/meezingen
Zij zingen mee/meezingen
Verleden tijd van meezingen
Ik zong mee/meezong
Jij/U zong mee/meezong
Hij/Zij/Het zong mee/meezong
Wij zongen mee/meezongen
Jullie zongen mee/meezongen
Zij zongen mee/meezongen
Voltooid deelwoord van meezingen
meegezongen
Tegenwoordig deelwoord van meezingen
meezingend