Werkwoorden vervoegen
medicaliseren
Tegenwoordige tijd medicaliseren
Ik medicaliseer
Jij medicaliseert
medicaliseer jij?
U medicaliseert
Hij/Zij/Het medicaliseert
Wij medicaliseren
Jullie medicaliseren
Zij medicaliseren
Verleden tijd van medicaliseren
Ik medicaliseerde
Jij/U medicaliseerde
Hij/Zij/Het medicaliseerde
Wij medicaliseerden
Jullie medicaliseerden
Zij medicaliseerden
Voltooid deelwoord van medicaliseren
gemedicaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van medicaliseren
medicaliserend