Werkwoorden vervoegen
massificeren
Tegenwoordige tijd massificeren
Ik massificeer
Jij massificeert
massificeer jij?
U massificeert
Hij/Zij/Het massificeert
Wij massificeren
Jullie massificeren
Zij massificeren
Verleden tijd van massificeren
Ik massificeerde
Jij/U massificeerde
Hij/Zij/Het massificeerde
Wij massificeerden
Jullie massificeerden
Zij massificeerden
Voltooid deelwoord van massificeren
gemassificeerd
Tegenwoordig deelwoord van massificeren
massificerend