Werkwoorden vervoegen
lekschieten
Tegenwoordige tijd lekschieten
Ik schiet lek
Jij schiet lek
schiet jij lek?
U schiet lek
Hij/Zij/Het schiet lek
Wij schieten lek
Jullie schieten lek
Zij schieten lek
Verleden tijd van lekschieten
Ik schoot lek
Jij/U schoot lek
Hij/Zij/Het schoot lek
Wij schoten lek
Jullie schoten lek
Zij schoten lek
Voltooid deelwoord van lekschieten
lekgeschoten
Tegenwoordig deelwoord van lekschieten
lekschietend