Werkwoorden vervoegen
leegmaken
Tegenwoordige tijd leegmaken
Ik maak leeg
Jij maakt leeg
maak jij leeg?
U maakt leeg
Hij/Zij/Het maakt leeg
Wij maken leeg
Jullie maken leeg
Zij maken leeg
Verleden tijd van leegmaken
Ik maakte leeg
Jij/U maakte leeg
Hij/Zij/Het maakte leeg
Wij maakten leeg
Jullie maakten leeg
Zij maakten leeg
Voltooid deelwoord van leegmaken
leeggemaakt
Tegenwoordig deelwoord van leegmaken
leegmakend