Werkwoorden vervoegen
kopjeduikelen
Tegenwoordige tijd kopjeduikelen
Ik duikel kopje
Jij duikelt kopje
duikel jij kopje?
U duikelt kopje
Hij/Zij/Het duikelt kopje
Wij duikelen kopje
Jullie duikelen kopje
Zij duikelen kopje
Verleden tijd van kopjeduikelen
Ik duikelde kopje
Jij/U duikelde kopje
Hij/Zij/Het duikelde kopje
Wij duikelden kopje
Jullie duikelden kopje
Zij duikelden kopje
Voltooid deelwoord van kopjeduikelen
kopjegeduikeld
Tegenwoordig deelwoord van kopjeduikelen
kopjeduikelend