Werkwoorden vervoegen
katheteriseren
Tegenwoordige tijd katheteriseren
Ik katheteriseer
Jij katheteriseert
katheteriseer jij?
U katheteriseert
Hij/Zij/Het katheteriseert
Wij katheteriseren
Jullie katheteriseren
Zij katheteriseren
Verleden tijd van katheteriseren
Ik katheteriseerde
Jij/U katheteriseerde
Hij/Zij/Het katheteriseerde
Wij katheteriseerden
Jullie katheteriseerden
Zij katheteriseerden
Voltooid deelwoord van katheteriseren
gekatheteriseerd
Tegenwoordig deelwoord van katheteriseren
katheteriserend