Werkwoorden vervoegen
introuwen
Tegenwoordige tijd introuwen
Ik trouw in
Jij trouwt in
trouw jij in?
U trouwt in
Hij/Zij/Het trouwt in
Wij trouwen in
Jullie trouwen in
Zij trouwen in
Verleden tijd van introuwen
Ik trouwde in
Jij/U trouwde in
Hij/Zij/Het trouwde in
Wij trouwden in
Jullie trouwden in
Zij trouwden in
Voltooid deelwoord van introuwen
ingetrouwd
Tegenwoordig deelwoord van introuwen
introuwend