Werkwoorden vervoegen
instrumentaliseren
Tegenwoordige tijd instrumentaliseren
Ik instrumentaliseer
Jij instrumentaliseert
instrumentaliseer jij?
U instrumentaliseert
Hij/Zij/Het instrumentaliseert
Wij instrumentaliseren
Jullie instrumentaliseren
Zij instrumentaliseren
Verleden tijd van instrumentaliseren
Ik instrumentaliseerde
Jij/U instrumentaliseerde
Hij/Zij/Het instrumentaliseerde
Wij instrumentaliseerden
Jullie instrumentaliseerden
Zij instrumentaliseerden
Voltooid deelwoord van instrumentaliseren
geïnstrumentaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van instrumentaliseren
instrumentaliserend