Werkwoorden vervoegen
innerveren
Tegenwoordige tijd innerveren
Ik innerveer
Jij innerveert
innerveer jij?
U innerveert
Hij/Zij/Het innerveert
Wij innerveren
Jullie innerveren
Zij innerveren
Verleden tijd van innerveren
Ik innerveerde
Jij/U innerveerde
Hij/Zij/Het innerveerde
Wij innerveerden
Jullie innerveerden
Zij innerveerden
Voltooid deelwoord van innerveren
geïnnerveerd
Tegenwoordig deelwoord van innerveren
innerverend