Werkwoorden vervoegen
hybridiseren
Tegenwoordige tijd hybridiseren
Ik hybridiseer
Jij hybridiseert
hybridiseer jij?
U hybridiseert
Hij/Zij/Het hybridiseert
Wij hybridiseren
Jullie hybridiseren
Zij hybridiseren
Verleden tijd van hybridiseren
Ik hybridiseerde
Jij/U hybridiseerde
Hij/Zij/Het hybridiseerde
Wij hybridiseerden
Jullie hybridiseerden
Zij hybridiseerden
Voltooid deelwoord van hybridiseren
gehybridiseerd
Tegenwoordig deelwoord van hybridiseren
hybridiserend