Werkwoorden vervoegen
hoogachten
Tegenwoordige tijd hoogachten
Ik acht hoog
Jij acht hoog
acht jij hoog?
U acht hoog
Hij/Zij/Het acht hoog
Wij achten hoog
Jullie achten hoog
Zij achten hoog
Verleden tijd van hoogachten
Ik achtte hoog
Jij/U achtte hoog
Hij/Zij/Het achtte hoog
Wij achtten hoog
Jullie achtten hoog
Zij achtten hoog
Voltooid deelwoord van hoogachten
hooggeacht
Tegenwoordig deelwoord van hoogachten
hoogachtend