Werkwoorden vervoegen
hernegotiëren
Tegenwoordige tijd hernegotiëren
Ik hernegotieer
Jij hernegotieert
hernegotieer jij?
U hernegotieert
Hij/Zij/Het hernegotieert
Wij hernegotiëren
Jullie hernegotiëren
Zij hernegotiëren
Verleden tijd van hernegotiëren
Ik hernegotieerde
Jij/U hernegotieerde
Hij/Zij/Het hernegotieerde
Wij hernegotieerden
Jullie hernegotieerden
Zij hernegotieerden
Voltooid deelwoord van hernegotiëren
gehernegotieerd
Tegenwoordig deelwoord van hernegotiëren
hernegotiërend