Werkwoorden vervoegen
hercertificeren
Tegenwoordige tijd hercertificeren
Ik hercertificeer
Jij hercertificeert
hercertificeer jij?
U hercertificeert
Hij/Zij/Het hercertificeert
Wij hercertificeren
Jullie hercertificeren
Zij hercertificeren
Verleden tijd van hercertificeren
Ik hercertificeerde
Jij/U hercertificeerde
Hij/Zij/Het hercertificeerde
Wij hercertificeerden
Jullie hercertificeerden
Zij hercertificeerden
Voltooid deelwoord van hercertificeren
gehercertificeerd
Tegenwoordig deelwoord van hercertificeren
hercertificerend