Werkwoorden vervoegen
hartenjagen
Tegenwoordige tijd hartenjagen
Ik hartenjaag
Jij hartenjaagt
hartenjaag jij?
U hartenjaagt
Hij/Zij/Het hartenjaagt
Wij hartenjagen
Jullie hartenjagen
Zij hartenjagen
Verleden tijd van hartenjagen
Ik hartenjaagde
Jij/U hartenjaagde
Hij/Zij/Het hartenjaagde
Wij hartenjaagden
Jullie hartenjaagden
Zij hartenjaagden
Voltooid deelwoord van hartenjagen
gehartenjaagd
Tegenwoordig deelwoord van hartenjagen
hartenjagend