Werkwoorden vervoegen
gratiëren
Tegenwoordige tijd gratiëren
Ik gratieer
Jij gratieert
gratieer jij?
U gratieert
Hij/Zij/Het gratieert
Wij gratiëren
Jullie gratiëren
Zij gratiëren
Verleden tijd van gratiëren
Ik gratieerde
Jij/U gratieerde
Hij/Zij/Het gratieerde
Wij gratieerden
Jullie gratieerden
Zij gratieerden
Voltooid deelwoord van gratiëren
gegratieerd
Tegenwoordig deelwoord van gratiëren
gratiërend