Werkwoorden vervoegen
attribueren
Tegenwoordige tijd attribueren
Ik attribueer
Jij attribueert
attribueer jij?
U attribueert
Hij/Zij/Het attribueert
Wij attribueren
Jullie attribueren
Zij attribueren
Verleden tijd van attribueren
Ik attribueerde
Jij/U attribueerde
Hij/Zij/Het attribueerde
Wij attribueerden
Jullie attribueerden
Zij attribueerden
Voltooid deelwoord van attribueren
geattribueerd
Tegenwoordig deelwoord van attribueren
attribuerend