Werkwoorden vervoegen
affiliëren
Tegenwoordige tijd affiliëren
Ik affilieer
Jij affilieert
affilieer jij?
U affilieert
Hij/Zij/Het affilieert
Wij affiliëren
Jullie affiliëren
Zij affiliëren
Verleden tijd van affiliëren
Ik affilieerde
Jij/U affilieerde
Hij/Zij/Het affilieerde
Wij affilieerden
Jullie affilieerden
Zij affilieerden
Voltooid deelwoord van affiliëren
geaffilieerd
Tegenwoordig deelwoord van affiliëren
affiliërend