Werkwoorden vervoegen
freestylen
Tegenwoordige tijd freestylen
Ik freestyle
Jij freestylet
freestyle jij?
U freestylet
Hij/Zij/Het freestylet
Wij freestylen
Jullie freestylen
Zij freestylen
Verleden tijd van freestylen
Ik freestylede
Jij/U freestylede
Hij/Zij/Het freestylede
Wij freestyleden
Jullie freestyleden
Zij freestyleden
Voltooid deelwoord van freestylen
gefreestyled
Tegenwoordig deelwoord van freestylen
freestylend