Werkwoorden vervoegen
fictionaliseren
Tegenwoordige tijd fictionaliseren
Ik fictionaliseer
Jij fictionaliseert
fictionaliseer jij?
U fictionaliseert
Hij/Zij/Het fictionaliseert
Wij fictionaliseren
Jullie fictionaliseren
Zij fictionaliseren
Verleden tijd van fictionaliseren
Ik fictionaliseerde
Jij/U fictionaliseerde
Hij/Zij/Het fictionaliseerde
Wij fictionaliseerden
Jullie fictionaliseerden
Zij fictionaliseerden
Voltooid deelwoord van fictionaliseren
gefictionaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van fictionaliseren
fictionaliserend