Werkwoorden vervoegen
federaliseren
Tegenwoordige tijd federaliseren
Ik federaliseer
Jij federaliseert
federaliseer jij?
U federaliseert
Hij/Zij/Het federaliseert
Wij federaliseren
Jullie federaliseren
Zij federaliseren
Verleden tijd van federaliseren
Ik federaliseerde
Jij/U federaliseerde
Hij/Zij/Het federaliseerde
Wij federaliseerden
Jullie federaliseerden
Zij federaliseerden
Voltooid deelwoord van federaliseren
gefederaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van federaliseren
federaliserend