Werkwoorden vervoegen
externaliseren
Tegenwoordige tijd externaliseren
Ik externaliseer
Jij externaliseert
externaliseer jij?
U externaliseert
Hij/Zij/Het externaliseert
Wij externaliseren
Jullie externaliseren
Zij externaliseren
Verleden tijd van externaliseren
Ik externaliseerde
Jij/U externaliseerde
Hij/Zij/Het externaliseerde
Wij externaliseerden
Jullie externaliseerden
Zij externaliseerden
Voltooid deelwoord van externaliseren
geëxternaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van externaliseren
externaliserend