Werkwoorden vervoegen
exterioriseren
Tegenwoordige tijd exterioriseren
Ik exterioriseer
Jij exterioriseert
exterioriseer jij?
U exterioriseert
Hij/Zij/Het exterioriseert
Wij exterioriseren
Jullie exterioriseren
Zij exterioriseren
Verleden tijd van exterioriseren
Ik exterioriseerde
Jij/U exterioriseerde
Hij/Zij/Het exterioriseerde
Wij exterioriseerden
Jullie exterioriseerden
Zij exterioriseerden
Voltooid deelwoord van exterioriseren
geëxterioriseerd
Tegenwoordig deelwoord van exterioriseren
exterioriserend