Werkwoorden vervoegen
europeaniseren
Tegenwoordige tijd europeaniseren
Ik europeaniseer
Jij europeaniseert
europeaniseer jij?
U europeaniseert
Hij/Zij/Het europeaniseert
Wij europeaniseren
Jullie europeaniseren
Zij europeaniseren
Verleden tijd van europeaniseren
Ik europeaniseerde
Jij/U europeaniseerde
Hij/Zij/Het europeaniseerde
Wij europeaniseerden
Jullie europeaniseerden
Zij europeaniseerden
Voltooid deelwoord van europeaniseren
geëuropeaniseerd
Tegenwoordig deelwoord van europeaniseren
europeaniserend