Werkwoorden vervoegen
etymologiseren
Tegenwoordige tijd etymologiseren
Ik etymologiseer
Jij etymologiseert
etymologiseer jij?
U etymologiseert
Hij/Zij/Het etymologiseert
Wij etymologiseren
Jullie etymologiseren
Zij etymologiseren
Verleden tijd van etymologiseren
Ik etymologiseerde
Jij/U etymologiseerde
Hij/Zij/Het etymologiseerde
Wij etymologiseerden
Jullie etymologiseerden
Zij etymologiseerden
Voltooid deelwoord van etymologiseren
geëtymologiseerd
Tegenwoordig deelwoord van etymologiseren
etymologiserend