Werkwoorden vervoegen
droogblazen
Tegenwoordige tijd droogblazen
Ik blaas droog
Jij blaast droog
blaas jij droog?
U blaast droog
Hij/Zij/Het blaast droog
Wij blazen droog
Jullie blazen droog
Zij blazen droog
Verleden tijd van droogblazen
Ik blies droog
Jij/U blies droog
Hij/Zij/Het blies droog
Wij bliezen droog
Jullie bliezen droog
Zij bliezen droog
Voltooid deelwoord van droogblazen
drooggeblazen
Tegenwoordig deelwoord van droogblazen
droogblazend