Werkwoorden vervoegen
doorsnuffelen (doorzoeken)
Tegenwoordige tijd doorsnuffelen
Ik doorsnuffel
Jij doorsnuffelt
doorsnuffel jij?
U doorsnuffelt
Hij/Zij/Het doorsnuffelt
Wij doorsnuffelen
Jullie doorsnuffelen
Zij doorsnuffelen
Verleden tijd van doorsnuffelen
Ik doorsnuffelde
Jij/U doorsnuffelde
Hij/Zij/Het doorsnuffelde
Wij doorsnuffelden
Jullie doorsnuffelden
Zij doorsnuffelden
Voltooid deelwoord van doorsnuffelen
doorsnuffeld
Tegenwoordig deelwoord van doorsnuffelen
doorsnuffelend
doorsnuffelen (snuffelend gaan door)
Tegenwoordige tijd doorsnuffelen
Ik snuffel door
Jij snuffelt door
snuffel jij door?
U snuffelt door
Hij/Zij/Het snuffelt door
Wij snuffelen door
Jullie snuffelen door
Zij snuffelen door
Verleden tijd van doorsnuffelen
Ik snuffelde door
Jij/U snuffelde door
Hij/Zij/Het snuffelde door
Wij snuffelden door
Jullie snuffelden door
Zij snuffelden door
Voltooid deelwoord van doorsnuffelen
doorgesnuffeld
Tegenwoordig deelwoord van doorsnuffelen
doorsnuffelend