Werkwoorden vervoegen
doorberekenen
Tegenwoordige tijd doorberekenen
Ik bereken door
Jij berekent door
bereken jij door?
U berekent door
Hij/Zij/Het berekent door
Wij berekenen door
Jullie berekenen door
Zij berekenen door
Verleden tijd van doorberekenen
Ik berekende door
Jij/U berekende door
Hij/Zij/Het berekende door
Wij berekenden door
Jullie berekenden door
Zij berekenden door
Voltooid deelwoord van doorberekenen
doorberekend
Tegenwoordig deelwoord van doorberekenen
doorberekenend