Werkwoorden vervoegen
doorbekeren
Tegenwoordige tijd doorbekeren
Ik beker door
Jij bekert door
beker jij door?
U bekert door
Hij/Zij/Het bekert door
Wij bekeren door
Jullie bekeren door
Zij bekeren door
Verleden tijd van doorbekeren
Ik bekerde door
Jij/U bekerde door
Hij/Zij/Het bekerde door
Wij bekerden door
Jullie bekerden door
Zij bekerden door
Voltooid deelwoord van doorbekeren
doorgebekerd
Tegenwoordig deelwoord van doorbekeren
doorbekerend