Werkwoorden vervoegen
doodleggen
Tegenwoordige tijd doodleggen
Ik leg dood
Jij legt dood
leg jij dood?
U legt dood
Hij/Zij/Het legt dood
Wij leggen dood
Jullie leggen dood
Zij leggen dood
Verleden tijd van doodleggen
Ik legde dood
Jij/U legde dood
Hij/Zij/Het legde dood
Wij legden dood
Jullie legden dood
Zij legden dood
Voltooid deelwoord van doodleggen
doodgelegd
Tegenwoordig deelwoord van doodleggen
doodleggend