Werkwoorden vervoegen
doodbranden
Tegenwoordige tijd doodbranden
Ik brand dood
Jij brandt dood
brand jij dood?
U brandt dood
Hij/Zij/Het brandt dood
Wij branden dood
Jullie branden dood
Zij branden dood
Verleden tijd van doodbranden
Ik brandde dood
Jij/U brandde dood
Hij/Zij/Het brandde dood
Wij brandden dood
Jullie brandden dood
Zij brandden dood
Voltooid deelwoord van doodbranden
doodgebrand
Tegenwoordig deelwoord van doodbranden
doodbrandend