Werkwoorden vervoegen
discrediteren
Tegenwoordige tijd discrediteren
Ik discrediteer
Jij discrediteert
discrediteer jij?
U discrediteert
Hij/Zij/Het discrediteert
Wij discrediteren
Jullie discrediteren
Zij discrediteren
Verleden tijd van discrediteren
Ik discrediteerde
Jij/U discrediteerde
Hij/Zij/Het discrediteerde
Wij discrediteerden
Jullie discrediteerden
Zij discrediteerden
Voltooid deelwoord van discrediteren
gediscrediteerd
Tegenwoordig deelwoord van discrediteren
discrediterend