Werkwoorden vervoegen
digesteren
Tegenwoordige tijd digesteren
Ik digesteer
Jij digesteert
digesteer jij?
U digesteert
Hij/Zij/Het digesteert
Wij digesteren
Jullie digesteren
Zij digesteren
Verleden tijd van digesteren
Ik digesteerde
Jij/U digesteerde
Hij/Zij/Het digesteerde
Wij digesteerden
Jullie digesteerden
Zij digesteerden
Voltooid deelwoord van digesteren
gedigesteerd
Tegenwoordig deelwoord van digesteren
digesterend