Werkwoorden vervoegen
dichtmetselen
Tegenwoordige tijd dichtmetselen
Ik metsel dicht
Jij metselt dicht
metsel jij dicht?
U metselt dicht
Hij/Zij/Het metselt dicht
Wij metselen dicht
Jullie metselen dicht
Zij metselen dicht
Verleden tijd van dichtmetselen
Ik metselde dicht
Jij/U metselde dicht
Hij/Zij/Het metselde dicht
Wij metselden dicht
Jullie metselden dicht
Zij metselden dicht
Voltooid deelwoord van dichtmetselen
dichtgemetseld
Tegenwoordig deelwoord van dichtmetselen
dichtmetselend