Werkwoorden vervoegen
desensibiliseren
Tegenwoordige tijd desensibiliseren
Ik desensibiliseer
Jij desensibiliseert
desensibiliseer jij?
U desensibiliseert
Hij/Zij/Het desensibiliseert
Wij desensibiliseren
Jullie desensibiliseren
Zij desensibiliseren
Verleden tijd van desensibiliseren
Ik desensibiliseerde
Jij/U desensibiliseerde
Hij/Zij/Het desensibiliseerde
Wij desensibiliseerden
Jullie desensibiliseerden
Zij desensibiliseerden
Voltooid deelwoord van desensibiliseren
gedesensibiliseerd
Tegenwoordig deelwoord van desensibiliseren
desensibiliserend