Werkwoorden vervoegen
desacraliseren
Tegenwoordige tijd desacraliseren
Ik desacraliseer
Jij desacraliseert
desacraliseer jij?
U desacraliseert
Hij/Zij/Het desacraliseert
Wij desacraliseren
Jullie desacraliseren
Zij desacraliseren
Verleden tijd van desacraliseren
Ik desacraliseerde
Jij/U desacraliseerde
Hij/Zij/Het desacraliseerde
Wij desacraliseerden
Jullie desacraliseerden
Zij desacraliseerden
Voltooid deelwoord van desacraliseren
gedesacraliseerd
Tegenwoordig deelwoord van desacraliseren
desacraliserend