Werkwoorden vervoegen
dehumaniseren
Tegenwoordige tijd dehumaniseren
Ik dehumaniseer
Jij dehumaniseert
dehumaniseer jij?
U dehumaniseert
Hij/Zij/Het dehumaniseert
Wij dehumaniseren
Jullie dehumaniseren
Zij dehumaniseren
Verleden tijd van dehumaniseren
Ik dehumaniseerde
Jij/U dehumaniseerde
Hij/Zij/Het dehumaniseerde
Wij dehumaniseerden
Jullie dehumaniseerden
Zij dehumaniseerden
Voltooid deelwoord van dehumaniseren
gedehumaniseerd
Tegenwoordig deelwoord van dehumaniseren
dehumaniserend