Werkwoorden vervoegen
dedicaceren
Tegenwoordige tijd dedicaceren
Ik dedicaceer
Jij dedicaceert
dedicaceer jij?
U dedicaceert
Hij/Zij/Het dedicaceert
Wij dedicaceren
Jullie dedicaceren
Zij dedicaceren
Verleden tijd van dedicaceren
Ik dedicaceerde
Jij/U dedicaceerde
Hij/Zij/Het dedicaceerde
Wij dedicaceerden
Jullie dedicaceerden
Zij dedicaceerden
Voltooid deelwoord van dedicaceren
gededicaceerd
Tegenwoordig deelwoord van dedicaceren
dedicacerend