Werkwoorden vervoegen
debarrasseren
Tegenwoordige tijd debarrasseren
Ik debarrasseer
Jij debarrasseert
debarrasseer jij?
U debarrasseert
Hij/Zij/Het debarrasseert
Wij debarrasseren
Jullie debarrasseren
Zij debarrasseren
Verleden tijd van debarrasseren
Ik debarrasseerde
Jij/U debarrasseerde
Hij/Zij/Het debarrasseerde
Wij debarrasseerden
Jullie debarrasseerden
Zij debarrasseerden
Voltooid deelwoord van debarrasseren
gedebarrasseerd
Tegenwoordig deelwoord van debarrasseren
debarrasserend