Werkwoorden vervoegen
deactualiseren
Tegenwoordige tijd deactualiseren
Ik deactualiseer
Jij deactualiseert
deactualiseer jij?
U deactualiseert
Hij/Zij/Het deactualiseert
Wij deactualiseren
Jullie deactualiseren
Zij deactualiseren
Verleden tijd van deactualiseren
Ik deactualiseerde
Jij/U deactualiseerde
Hij/Zij/Het deactualiseerde
Wij deactualiseerden
Jullie deactualiseerden
Zij deactualiseerden
Voltooid deelwoord van deactualiseren
gedeactualiseerd
Tegenwoordig deelwoord van deactualiseren
deactualiserend